Eye brengt vanaf 10 januari 2019 drie digitaal gerestaureerde films van Tsai Ming-liang opnieuw uit in de landelijke filmtheaters: Rebels of the Neon God, Vive l’amour en The River. Tsai Ming-liang (1957) vernieuwde de filmtaal door puur op het beeld te vertrouwen. Onnadrukkelijk laat hij zien dat eenzaamheid de prijs is die we betalen voor onze consumptiemaatschappij. Iedereen hunkert in stilte, maar het verlangen naar contact wordt zelden ingelost. Ook is de allereerste VR-productie van Tsai Ming-liang, The Deserted, vanaf 10 januari te zien in Eye Filmmuseum. De gelauwerde filmmaker maakt in dit betoverende werk ruimte voor reflectie op het leven, en geesten en dromen uit het verleden. In Eye's filmzalen zijn alle speelfilms van Tsai te zien, inclusief zijn nieuwste documentaire Your Face. Bij aanvang van het programma zijn Tsai en zijn vaste acteur Lee Kang-sheng aanwezig en geeft hij een masterclass in Eye. Rebels of the Neon God (Qing shao nian nuo zha, TW 1992), rerelease: 10 januari 2019. Mandarijn en Minnanyu gesproken, Nederlands ondertiteld, 107 min., digitaal gerestaureerd (2K) Taipei, begin jaren negentig. De economieën van Zuidoost-Azië zijn stormachtig in opkomst, maar de jongeren in Rebels of the Neon God zijn voornamelijk apathisch. Tsai Ming-liangs eerste lange speelfilm belicht een jongensvriendschap in de metropool; motoren, videospelletjes en meisjes zijn de ingrediënten, sfeervolle gitaarmuziek de muzikale omlijsting. Tsai Ming-liang richt zijn camera op de protagonisten Hsiao Kang en Ah Tze; de één een lamlendige puber die z’n examens niet haalt en het huis uit wordt gegooid, de ander een opgefokte jeugdcrimineel. De één rijdt scooter, de ander heeft een motor die hij vertroetelt. In lang aangehouden shots registreert Tsai Ming-liang hoe de levens van de jongens elkaar kruisen; er is bewondering, aantrekkingskracht en agressie, de homo-erotische ondertoon is onmiskenbaar. Rebels of the Neon God is stadsportret en allegorie over volwassen worden in een. De groeiende welvaart van Taiwan brengt de westerse consumptiecultuur onder handbereik, maar trekt ook een wissel op persoonlijke relaties: eenzaamheid is de prijs. Voor deze onnadrukkelijk gebrachte boodschap vindt Tsai Ming-liang in al zijn films steeds nieuwe beelden en invulling. Vive l’amour (Ai qing wan sui, TW 1994), rerelease: 10 januari 2019. Mandarijn gesproken, Nederlands ondertiteld, 120 min., digitaal gerestaureerd (2K) Gesproken wordt er niet veel in de tweede speelfilm van de Taiwanese regisseur Tsai Ming-liang. Des te meer aandacht is er voor de lichaamstaal van de hoofdrolspelers, de geluiden van de stad en de kleine handelingen: het openklappen van een telefoon, het drinken van een grasgroen drankje. Twee mannen en een vrouw in een miljoenenstad, op zoek naar liefde en aandacht. Meer synopsis had Tsai Ming-liang niet nodig voor zijn portret van drie Taiwanese lost souls; Ah-jong is straatverkoper van illegale merkartikelen, May de wat oudere makelaarsassistente en Hsiao-kang een zeer verlegen vertegenwoordiger van urnen. De drie levens raken verweven in een leeg luxe appartement dat binnenkort wordt verkocht. Hunkering is het trefwoord in Vive l’amour, maar het verlangen naar contact wordt zelden ingelost. Hoe van dit lichtelijk deprimerende gegeven minimalistische, boeiende cinema te maken, is Tsai Ming-liang wel toevertrouwd. Oud-NRC Handelsblad-filmcriticus Hans Beerekamp sprak van ‘een absolute film, die zich radicaal, compromisloos en wreed gedraagt tegenover de toeschouwer.’ Maar dan wel in de stijl van grootheden als Michelangelo Antonioni en Ingmar Bergman. Filmkunst dus. The River (He liu, TW 1997), rerelease: 10 januari 2019. Mandarijn gesproken, Nederlands ondertiteld, 116 min., digitaal gerestaureerd (2K) De Taiwanese regisseur Tsai Ming-liang ziet non-communicatie en eenzaamheid als hét onderwerp van zijn films, zoals hij vaak schaterlachend heeft uitgelegd. In The River speelt Tsai’s vaste acteur Lee Kang-sheng een jongeman in een zwijgend gezin in miljoenenstad Taipei. Drie personages in een appartement: vader, moeder, zoon. Zwijgend passeren ze elkaars levens, emotieloos ondergaan ze de loop der dingen. De moeder heeft een minnaar die pornofilms distribueert, de gepensioneerde vader gaat de baan op in gay-sauna’s en zoon Lee Xiao-kang dobbert door de dagen. Doelloos rijdt Xiao-kang door de stad; zijn mentale staat lijkt zich te weerspiegelen in de spaarzame handeling: Xia-kang laat zich overhalen om als lijk in de rivier te drijven voor opnamen van de nieuwste film van de – niet onbekende – arthousefilmer Ann Hui. Tsai’s derde speelfilm kreeg de Zilveren Beer voor beste regie van het filmfestival Berlijn. Typerend zijn de lang aangehouden totaalshots en het ontbreken van een muzikale score: al het geluid bestaat uit omgevingsgeluid.